Wist je dat er niet één bij bestaat, maar in Nederland ongeveer 350 soorten?
De rol van de bij in de natuur is bestuiven, zodat planten zich kunnen voortplanten en vruchten/zaden krijgen. De bij die wij het beste kennen als bij is de honingbij (1 soort). Deze bij wordt gehouden voor honing, net als een koe wordt gehouden voor melk. Als nut voor de mens. Maar verreweg de meeste bijen zijn solitaire bijen (ong. 330 soorten) en hommels (ong. 20 soorten) Solitaire bijen leven niet in kolonies, maar hebben bijv nestjes in zand in de grond of tussen hoopjes takken. Ook zijn ze vaak afhankelijk van een specifieke plant. Bijvoorbeeld de knautiabij die alleen stuifmeel van de beemdkroon verzameld. De honingbij is niet kieskeurig en neemt nectar van vele planten, dus ook uitheemse planten waar solitaire bijen niets aan hebben. Het is dus belangrijk dat je soorten planten kiest waar lokale solitaire bijen stuifmeel of nectar uit kunnen halen. Zodat er een diversiteit aan bijen blijft. Een mooi boek waarmee je de juiste planten kunt kiezen is het Planten vademecum van Arie Koster Andere mooie informatiebronnen zijn: Ik kwam een mooi artikel tegen, oorspronkelijk geplaatst op het AD. Daarin zaten een aantal eye-openers op het gebied van bloemenmengels voor insecten. Insecten verhongeren doordat wij de verkeerde bloemenmengsels zaaien. Dat komt zo:
Daarom is het aan te raden bloemen te zaaien die eigen zijn in dat gebied. Solitaire bijen (dus niet de honing-bij welke vee is voor de mens) heeft een bereik van 150 meter. Vele eilandjes met gebiedseigen bloemen zorgen dus voor een mooi buffet voor deze bij. Maar hoe weet je dan wat gebiedseigen bloemen zijn voor jou? En hoe groot is dat gebied? is Nederland genoeg of moeten we per provincie of per 150 meter kijken? Zodra ik daar achter ben hoor je het van mij!
Yes! We hebben een egel in de tuin. Het egelhuis is helemaal vol gebouwd met bladeren. Ik had er stro in gedaan, maar het zit nu zo vol blad dat ik het stro niet meer kan zien. Daarnaast heeft de egel zijn territorium gemarkeerd want hij heeft drolletjes achter gelaten in de ingang. Nu hopen dat hij een lekkere winterslaap heeft.
Vorige keer had ik het over het ‘ winter klaar’ maken van de tuin.
Een beetje meer niks doen is daarbij juist goed. Zo creëer je fijne plekjes voor dieren om te overwinteren of voedsel te vinden. Zo heb ik in mijn tuin een egelhuis geplaatst met bladeren erover en stro erin voor de warmte. Ik heb een vogelhuisje voor een roodborst en op juiste afstand eentje voor de koolmees, zo zitten ze niet in elkaars territorium. Een insectenhuis en een vogelvoederkooi met kleine gaten zodat de kleine vogels er rustig kunnen eten zonder weggejaagd te worden door de grote vogels. Deze voederkooi hangt weer op voldoende afstand van de vogelhuisjes omdat anders de vogels denken dat alleen de vogel die in dat huisje woont van de voederkooi mag eten. Ook laat ik blad onder de struiken liggen en snoei ik pas in het voorjaar, zodat er nog schuilplekken zijn voor de vogels en de vlinders/rupsen die er in overwinteren. En dit alles loont, waar ik een paar jaar geleden meestal eksters en duiven in de tuin had heb ik nu koolmeesjes, pimpelmeesjes, roodborstjes en winterkoning en huismusjes. Ook voor mij is het genieten om in de herfst naar mijn tuin te kijken, die prachtige kleuren, maar ook de glansmispel en Hebe addenda die groen blijven. De vlinderstruik die nu nog steeds warm gele trosjes aanmaak, waar laatst nog een dagpauwoog op af kwam. En de duizendknoop met zijn prachtige rode pluimen. Ieder seizoen heeft iets magisch…. Het is een drukte met dieren in onze tuin. Vele lieveheersbeestjes, bijen, hier en daar een vlinder en vooral veel slakken. Maar onlangs hadden we toch wel een bijzonder beestje overdag op bezoek. Een baby molletjeHet beestje liep over onze tegels op klaarlichte dag in de hete zon, probeerde onder ons peuterbadje te duiken en was hevig aan het piepen. Ik heb hem gevangen in een emmer. Eerst wist ik zo gauw niet wat het beste was om er mee te doen. Het diertje zal vast zijn moeder nodig hebben, maar waar....en dan uitzetten bij een natuurtuin een stuk verderop is ook niet handig. Daarom heb ik hem achterin in de schaduw onder de struiken terug gezet in de hoop dat het zijn familie snel weer zal vinden. Slakken te slim af zijnIk merkte sinds twee weken dat er slakken in mijn moestuinbakken kwamen. Terwijl ik slakkenschrikdraad heb geïnstalleerd. Wat bleek, het koperknoopje (Leptinella Squalida) groeide zo hard tegen de bak aan dat de slakken het als een brug gebruikte over het schrikdraad heen. Dus vervolgens een stuk koperknoop weggestoken (aan de buurvrouw gegeven) en daar boomschorssnippers neergelegd. Zo groeit de koperknoop niet meer hoog en kan de slag niet meer voorbij het schrikdraad.
Het zonnetje laat zich weer vaker zien. Smeer jij je ook in tijdens het werken in de tuin? Heb je er wel eens over nagedacht wat er allemaal in een zonnebrandcrème zit? En wat daarvan het effect is op het milieu?
Na een allergietest bleek dat ik een andere zonnebrandcrème nodig had. Tijdens mijn zoektocht ben ik ook gelijk gaan letten op belangrijke aspecten voor het milieu (uv-filter, verspreiding door de lucht, insectenwerende stoffen). Onderaan deze pagina vind je een paar goede opties. Wat hebben wij al veel genoten van de palmkool bladeren, heerlijk met knoflook, ui en (vega)gehakt en rijst in de wok of door de pastasaus. Ook de rupsen hebben ervan genoten. Normaal zou ik de palmkolen na oogst in het 2e jaar uit de grond trekken en in de groencontainer gooien. Nu laat ik de kolen bewust nog even staan zodat de (nacht)vlinders de tijd krijgen om uit te komen. Want ecologisch tuinieren betekent voor mij: niet alles het beste voor de mens inrichten en het vak meteen gebruiken voor een volgende groente, maar ook letten op de medebewoners in de tuin.
|
Categorie
All
Archief
October 2024
|